pagina's

donderdag 18 mei 2017

Op stoom!


Na een lange periode van werk was daar een langverwachte mini-vakantie van tien dagen aangebroken. Al in de winter werden deze vrije dagen ingepland. Dat was natuurlijk met een reden.
Mei is één van de topmaanden als het gaat om vangstkansen. De vissen hikken vaak nog net tegen de paai aan, zijn hongerig en lekker dik. Ik geloof zelfs dat de kansen op een hele dikke karper groter zijn dan in het najaar.



Het eerste weekend van deze vakantie piel ik maar wat aan op het boezemwater. Diverse potentiële paaiplaatsen worden aangedaan. Er is op een enkel verdwaald schubkarpertje en een koppeltje brasems nog niets te zien. Vaak was het juist in de tweede week van mei bingo!
Nu dus even niet. Het grillige voorjaar heeft er voor gezorgd dat er nu werkelijk geen peil op te trekken valt. Misschien komen ze wel helemaal niet op de bewezen paai plekken? Ik vraag me überhaupt af waar die beesten zwemmen. Werkelijk onzichtbaar!

Ik verander van tactiek. Het moet maar gewoon weer moeilijk. Ik maak twee grote voerplekken op een middelgrote veenplas, en vis deze om beurten af. Zomaar op het wijd en één stek in een soort van vernauwing. Stel je voor dat ze alsnog richting paaigronden zwemmen!

Het eerste nachtje vis ik al na twee voerbeurten. Echt veel vertrouwen heb ik er niet in. De luchtdruk is hoog en de wind staat uit een frisse noordhoek. Het vervelende van noorden en oostenwinden is dat deze over het algeheel blijven doorstaan in de nachtelijke uren. Dat maakt het waarnemen van karper ook in de nacht een stuk moeilijker. Een sprong of gedraai van een karper is lastig waar te nemen in de kabbel.

Een aanbeet blijft voorlopig uit. Meestal als het loopt op deze stek, dan beginnen de Delkims al tegen de schemer te brullen.
Ik kruip m'n behaaglijke tentje in. Het lijkt wel herfst!
Om half drie s'nachts word mijn slaap bruut verstoord. Een oorverdovend geluid uit de rietkraag. Er staat een Delkim te janken en de molenspoel tolt vrolijk rond! Half drie is ook echt geen tijd. Alsof die beesten het gewoon weten!

De dril is magistraal. Een hele sterke vis die weet van geen ophouden. Ik sta gewoon een fijn kwartier te worstelen. Heerlijk als je wakker bent, maar nu is het besef allemaal een stukje minder.
Ik schep een prachtige schubkarper. Ik zak de vis tot het eerste ochtendlicht en ronk nog een paar uurtjes verder. Dat lukt best aardig.

Ik schrik om zeven uur wakker. Er is niets meer gebeurd. Gewoon vage shizzle! Één aanbeet, één vis. Het kan minder, maar ook zeker meer in mei.


                                  Ik snap s'morgens pas waarom die schub zo sterk was...


Ik zit het sessietje nog tot elf uur uit. De stand blijft karig. Éen tegen nul. Ik zal uit een ander vaatje moeten tappen.

De daaropvolgende nacht vis ik in de vernauwing. Een soort van lange slurf waar de vissen doorheen moeten zwemmen om te gaan paaien.
Het weer is nog steeds niet je-van-het. Veertien graden overdag en één graad s'nachts. Gewoon niet ideaal.

Al gauw vang ik een zeelt. Leuke bijvangst!


                                                   Het blijven prachtige vissen!



De runs zijn hard. De drils zijn spectaculair. Alleen op tweedriekwarters voel je dit niet zo. Misschien een andere keer maar eens terug en gericht met een feederhengel aan de slag.
Ik vang over die tweede nacht maar liefst acht zeelten. Niks mis mee! Alleen zit ik natuurlijk voor wat anders.
Tegen de ochtend schrik ik wakker. De wakers staan er na het zeeltengeweld van de nacht, roerloos bij.
Er hangt een mysterieuze sfeer over het water.

De wind is gaan liggen na een koude nacht. Slierten met damp dansen over het wateroppervlak.
Dit zijn van die ochtenden waar ik een goed gevoel bij krijg. Mijn intuitie laat me zelden in de steek.
Na vijf minuten vertrekt er een hengel! Ik weet het weer zo goed!

Complete misplaatste arrogantie maakt plaats voor concentratie.
De vis is sterk en doet raar! Wat zijn ze beresterk op dit moment! Waar komen ze opeens vandaan?
Ik dril een mooie schubkarper, als opeens de overgebleven hengel ook met volle kracht er vandoor gaat. Het gaat even heel hard!
In een half uur tijd mag ik drie keer aan de bak. Het blijft toch een rare visserij op deze manier. Goed, dan maar raar, als ze maar allemaal in het netje liggen vind ik het prima!
En dat doen ze! Zo krijg ik s'morgens na m'n tweede bakkie koffie het nog druk!

De vissen (twee spiegels en een schubkarper) mogen er zijn. Ik zet ze stuk voor stuk allemaal op de gevoelige plaat. Één spiegel springt er echt torenhoog bovenuit. Mooier worden ze niet!


                                                                Mooier worden ze niet!




Ik sluit de ochtend af met de zo beschreven, drie vissen. Ik kom op stoom!

1 opmerking:

  1. Ik zat weer volledig in de sfeer aan de waterkant. Mooi omschreven en prachtige vissen.

    Groeten, Michael

    BeantwoordenVerwijderen