maandag 28 april 2014

Zo dichtbij...


Ik sluip naderbij. De vis hapt er nog steeds lustig op los. Populierenkatjes, vers gemaaid gras en zelfs een tennisbal worden grondig geïnspecteerd aan de oppervlakte. Ik probeer het klauwhaakje door een waardeloos korstje te duwen. Ik moet het doen met tweederangs fabrieksbrood. God, wat een ergernis!
De bakker was al dicht, en kon nog net een armoedig taai en bros stuk stokbrood van de buurtsuper mee grissen. Ik schat de zwemroute van de vis in. Ik werp het korstje zo geruisloos mogelijk in en deze beland precies in de denkbeeldige 'baan'. De karper, een spiegel zwenkt precies de andere kant op.

zondag 13 april 2014

Als een vis in de polder...


Als een stadsmens zoals ik, ineens in de polder gaat wonen, is dat toch een flinke stap. Geen sirenes, trams en lallend uitgaanspubliek. In het begin kon ik hier in de polder zelfs niet slapen vanwege de stilte. Inmiddels begin ik me hier aardig op m'n plekkie te voelen en ben ik een soort van 'ingeburgerd'. Zo ook met de visserij. Veel te veel water in de omgeving, zoeken naar stekken en uiteindelijk ook daar successen boeken. Dat valt of liever gezegd viel niet mee. Je creativiteit de vrije loop laten en je verplaatsen in een vis. Inmiddels is het voorjaar in volle gang en voel me als...
Dat betekend dat er weer gevangen is! En dat ook nog eens op één van de taaiste wateren in de omgeving. Taai in de vorm van wispelturigheid en onvoorziene situaties. Dat ik me goed thuis begin te voelen hier aan het water, blijkt wel aan de gemiddelde wachttijd voor een aanbeet. Na drie sessies staat deze op een minuut of drie. Het bevreemd me wel dat het na elke sessie bij één vis blijft. Ik voer trouw de stekkies aan en probeer zodoende meer dan één karper te bereiken, maar zoals ik al zei; die wispelturigheid van uitgestrekt water. De karpers kunnen hier tenslotte de volgende dag al tien kilometer verderop zitten. Er is dus eigenlijk niets te klagen, of toch?
Het vissen op boezemwateren betekend ook incasseren. Korte euforische momenten die afgewisseld worden door lange en stille (onbegrijpelijke) momenten. Een vrachtboot door de lijn, de vele sloepen (dat lijkt een plaag of liever gezegd een hype te worden), onvoorspelbare obstakels onder water, de weersomstandigheden die hier vaak een grote rol spelen en het aasgedrag van de karpers. Hier op de boezem kunnen ze het zonder boilies prima redden. Zaak om een luxe snackbar te creëren langs deze grote karpersnelweg met soms vele klanten, de andere keer een enkele.





















                                                   Inmiddels een vaste klant erbij


Na de derde succesvolle sessie op rij voer ik vier dagen door tot ik weer een dag vrij heb. De gekozen stek loopt, dus waarom niet? Na de derde voerdag kom ik aan om het laatste pondje Polaris te plempen. De moed zakt me volledig in de schoenen. Er liggen twee grote boten met diverse soorten werktuigen aan boord. Er word geboord, gegraven en gedumpt. Ik spreek één van de vier werklui aan om te vragen wat hier allemaal gaat gebeuren. Hij kan een klein gluiperig glimlachje niet onderdrukken. "Jij bent toch dat vissertje van een paar dagen geleden?" Ik laat merken dat hij dat op de vroege ochtend scherp heeft gezien. "Kan je voorlopig wel vergeten hier! Dijkverbetering. We zijn hier nog wel een half jaartje zoet. Jammer van je stekkie! Had je nog wat van de week?" Ik mompel en lieg een paar brasems bij elkaar. De werkdag moet nog beginnen. Collega's vragen of er thuis problemen zijn...
Ik neem het sportief op. Dijkverbetering of verzwaring is in Nederland ontzettend belangrijk en bij toeval gebeurd dit dus nu op (mijn) nieuwe en lopende stek. Dat bedoel ik dus met incasseren.
Inmiddels draait mijn scooter weer overuren en heb een paar potentiële hotspots gevonden.



























    De eerste en de laatste van de derde sessie. De lijn liep al na twintig seconden!


De nieuwe stekken geven me weer moed. Twee instant uurtjes leveren me niets op, maar zie een karper draaien. Gevoel en vertrouwen aan het water. Een goed voorteken. Linkerflanken blijven voorlopig nog even uit, maar kunnen nooit ver weg zitten. De schubs zijn nu eenmaal overtallig. Toch dacht ik na de tweede sessie een uitzetter te hebben gevangen. De schub had na mijn idee verdacht veel edelbloed. Na mailverkeer met Joris blijkt dit een twijfelgeval. Door de diverse spiegelkarperuitzettingen kunnen er zomaar ook mooie nakomelingen zijn geboren.


                                   Het twijfelgeval. Een 'gewone' schub met edelbloed?